Categorieën
Corruptie Economie Ethiek Geen categorie PCR test Proportionaliteit Wetenschap

10 regels voor testen

In 1968 stelden J. M. G. WILSON & G. JUNGNER de regels voor het screenen van de populatie op.
Aan de hand van hun voorwaarden heb ik het Nederlandse test beleid geëvalueerd :


“Het centrale idee van vroegtijdige opsporing en behandeling van ziekten is in wezen eenvoudig. De weg naar de succesvolle verwezenlijking ervan (enerzijds het onder behandeling brengen van personen met een nog niet ontdekte ziekte en anderzijds het vermijden van schade aan personen die geen behandeling nodig hebben) is echter verre van eenvoudig, hoewel het soms bedrieglijk eenvoudig kan lijken. Daarom hebben wij in dit gedeelte een redelijk volledige bespreking gewijd aan een aantal punten die kunnen worden beschouwd als richtsnoeren voor het plannen van het opsporen van gevallen. Dit is vooral belangrijk wanneer de opsporing wordt uitgevoerd door een volksgezondheidsdienst, waar de valkuilen talrijker kunnen zijn dan wanneer de opsporing wordt uitgevoerd door een persoonlijke arts. Omwille van een gemakkelijke beschrijving en niet uit dogma’s hebben we deze punten collectief “principes” genoemd. Hieronder volgt een poging om althans enkele van deze beginselen toe te lichten:

(1) De gezochte aandoening moet een belangrijk gezondheidsprobleem zijn.

Dat was begin 2020 het geval. Vraag is wel of dat nu nog steeds zo is, in welke mate en wat deze mate aan voorzorgsmaatregelen vereist. 

(2) Er moet een geaccepteerde behandeling zijn voor patiënten met een erkende ziekte.

“Van alle criteria waaraan een screeningtest moet voldoen, is het vermogen om de aandoening, wanneer deze wordt ontdekt, adequaat te behandelen misschien wel het belangrijkste. Overeenkomstig het beginsel dat schade aan de patiënt ten koste van alles moet worden voorkomen (het primum non nocere van Hippocrates), moet behandeling het eerste doel zijn.”

Dat is er maar in beperkte mate. Als behandeling het eerste doel is, is testen daar geen goed middel voor. 

Op deze belangrijke voorwaarde (2) faalt het testbeleid al. 

(3) Er moeten faciliteiten voor diagnose en behandeling beschikbaar zijn. 

Gezien de hoeveelheid uitgestelde zorg is de vraag of aan deze voorwaarde wordt voldaan. De faciliteiten voor behandeling (IC ) zijn beperkt in aantal en door de testuitslagen zijn herverdelingen van afdelingen ingericht. Dit heeft de capaciteit verder verlaagd. Opnames die meer test- dan klacht gestuurd zijn veroorzaken inefficienties. 

Twijfelachtig of aan deze voorwaarde is voldaan. 

(4) Er moet een herkenbaar latent of vroeg symptomatisch stadium zijn.

“Om de ziekte in een vroeg stadium te kunnen opsporen en behandelen moet er in de natuurlijke geschiedenis van de aandoening duidelijk een redelijke periode zijn waarin de symptomen niet aanwezig zijn of in ieder geval niet schrijnend zijn.”

Aan deze voorwaarde wordt nauwelijks voldaan: men kan met de testen 

A) niet de varianten vastellen en 

B) de test kan niet vaststellen of de positieve uitslagen zullen lijden tot een asymptomatische- of symptomatische ziekte verloop. 

Aan deze voorwaarde wordt dus maar deels voldaan. 

(5) Er moet een geschikte test of geschikt onderzoek zijn.

Of de test geschikt is? hij toont niet met zekerheid aan wie besmettelijk is, hoogsten wie in de buurt is geweest van een virus bron (en mogelijk besmet is geraakt) Maar zelfs dat kan uit de testuitslag niet opgemaakt worden. 

Bovendien is er sprake van valse uitslagen (positief en negatief) en maken veel testen geen ondescheid naar variant, terwijl het ziekte beeld sterk kan verschillen (omicron)! Nee, de test is niet geschikt. 

Geschikt onderzoek betekent dat (in een klinische omgeving) een medische diagnose wordt gesteld. Het is praktisch onmogelijk om dat uit te voeren bij alle positieve testuitslagen. Nee, geschikt onderzoek om de testuitslag op basis van een door arts gestelde diagnose te bevestigen is niet voorhanden, ook de tweede voorwaarde faalt.

Aan voorwaarde (5) wordt niet voldaan. 

(6) De test moet aanvaardbaar zijn voor de bevolking.

Dat is niet het geval, het splijt de samenleving. De kosten van de hele operatie drukken op de toekomende generatie. Vraag is of dat aanvaardbaar is en voor wie. 

Het CTB en 2G beleid is een mislukking. Zodra meer dan 50% van de bevolking positief gediscrimineerd wordt (op basis van een negatieve testuitslag of vaccinatie status) is dat discriminatie van de overige minderheid. 

Er moeten zwaarwegende redenen zijn die wetenschappelijk goed moeten zijn onderbouwd wil men tot discrimineren van minderheden overgaan. Het is grondwetregel nummer 1 die het verbied om mensen in gelijke gevallen anders te behandelen. En dat is in 2020 en 2021 wel op grote schaal gebeurd!

Iemand met een vals positieve testuitslag mag geen reden geven om iemand anders te behandelen, dan iemand met een negatieve testuitslag. Beide zijn mogelijk fysiek gelijk, ingeval van onbetrouwbare test uitslagen en die zijn er heel veel. Zekerheid van grondrecht moet hier prevaleren boven de onzekerheid geintroduceerd door een onvolkomen test. 

Aan voorwaarde (6) wordt niet voldaan. 

(7. De natuurlijke geschiedenis van de aandoening, met inbegrip van de ontwikkeling van latente tot manifeste ziekte, moet voldoende bekend zijn.

.

Gezien de frequentie van de mutatie van het ‘testdoel’ en het bijbehorende wisselende ziektebeeld is daar geen sprake van. Alle testen zouden ‘variant specifiek’ moeten zijn. Dat zijn ze niet. Er wordt enkel op 1 of 2 markers getest (nog van het Wuhan virus).

Door mutatie wijzigt ook het ziektebeeld. De grote onrust in de samenleving wordt veroorzaakt doordat het (test)beleid niet mee wijzigt met het milder worden van de aandoening.  De brief van de 30 Burgemeesters in De Volkskrant van 19 januari) stelt dat juist aan de kaak: het beleid is niet logisch.

Ook aan deze voorwaarde (7) wordt niet voldaan.

(8) Er moet overeenstemming zijn over wie als patiënt moet worden behandeld.

Hier gaat het dus ook flink mis. Men weet met de testuitslag niet welke virus variant men heeft aangetroffen bij de geteste persoon. Dat is van belang voor diagnose en behandelplan.

Positieve gevallen worden zonder uitzondering als besmet, en erger nog, tevens als besmettelijk bestempeld. Vandaar de quarantaine plicht. 

Dat is dus niet correct. Er dient een diagnose gesteld te worden door een arts. Dat gebeurd alleen bij mensen die klachten ontwikkelen maar dus niet op basis van alleen de testuitslag. 

Ook aan voorwaarde (8) wordt niet voldaan. 

(9) De kosten van het opsporen van de ziektegevallen (met inbegrip van de diagnose en de behandeling van de gediagnosticeerde patiënten) moeten in een economisch evenwichtige verhouding staan tot de mogelijke uitgaven voor de medische zorg in zijn geheel.

De totale jaarlijkse zorgkosten zijn ca. 90 miljard. De kosten van het testen bedragen…3,5 miljard in 2021!

https://coronarekening.rekenkamer.nl/coronarekening/

Voor een maatregel waarvan de  vraag is of ze heeft bijgedragen aan haar doelstelling lijkt me het antwoord niet moeilijk te geven. Maar goed. Wie geen belasting betaald denkt er misschien anders over. 

(10) Het opsporen van gevallen moet een continu proces zijn en niet een “eens en voor altijd”-project.

Hier gaat het ook mis. Testen op deze schaal, is niet vol te houden, niet nodig en vanwege de mutaties stompzinnig.

De WHO start formeel de pandemie door haar te verklaren maar beeindigd haar niet… 

Conclusie: het testbeleid is een schandalige en historische misstap.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *